Samen Veilig Sporten

De zorg voor een veilige omgeving is daarbij essentieel. We willen een situatie scheppen waarin onze sporters / leden kunnen groeien en bloeien.

Elke zaak van grensoverschrijdend gedrag is er een teveel!

Een aantal maatregelen zijn opgesteld om grensoverschrijdend gedrag te voorkomen. Hieronder de verschillende maatregelen die we hebben bij de Dordtse Reddingsbrigade.

Bij het aannemen van nieuwe vrijwilliger / instructeur / trainer wordt een aantal stappen doorlopen om te weten wie er met de jeugdleden in aanmerking komt. Hieronder beschreven een aantal stappen die zowel bij het aannemen van een vrijwilliger / instructeur / trainer en in de periode daarna.

  • Een kennismakingsgesprek.
  • Referenties checken (vereniging bellen waar de instructeur / trainer vandaan komt).
  • De jeugdtrainers / instructeurs zijn bevoegd om met minderjarigen om te gaan en hebben hiervoor de juiste papieren.
  • Een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) aanvragen en dit elke 3-5 jaar herhalen. De trainers / instructeurs / bemannings- en commissieleden worden vanuit de vereniging benaderd om een VOG aan te vragen.

Voor de vrijwilligers, instructeurs en trainers gelden de gedragsregels die zijn opgesteld door de nationale sportbonden.

Daarom heeft NOC*NSF een Vertrouwenspunt in het leven geroepen. Hier kan je vragen stellen of meldingen doen over zaken die mogelijk in strijd zijn met de regels, waarden en normen in de sport. Dat kunnen persoonlijke dilemma’s of vervelende ervaringen zijn, maar je kunt er ook terecht wanneer je grensoverschrijdend gedrag van anderen wilt melden. In een vertrouwelijk gesprek met een vertrouwenspersoon of adviseur bespreek je wat je dwars zit en welke stappen je zou kunnen zetten om het aan te pakken. Je houdt zelf altijd de regie op wat er met je verhaal gedaan wordt. Voor meer informatie  c.q., uitleg over het Vertrouwenspunt Sport kan je terecht op de site van NOC*NSF.

Zit je ergens mee? Neem contact op met het Centrum Veilige Sport of met huisarts Sandra Zinkweg, de vertrouwenspersoon van de Dordtse Reddingsbrigade via vertrouwenspersoon@rbdordrecht.nl

De sportbonden in Nederland nemen seksuele intimidatie serieus. NOC*NSF heeft gedragscodes opgesteld voor bestuurders/commissieleden, trainers/instructeurs/begeleiders, (top)sporters en officials.

Die regels zijn door alle landelijke sportbonden onderschreven.

De regels zijn gemaakt om de risico’s op ongewenst gedrag in de relatie pupil en trainer te verkleinen en ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties.

Hieronder vindt u de elf gedragsregels die worden onderschreven door alle landelijke sportorganisaties die zijn aangesloten bij NOC*NSF.

  • De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt.
  • De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privé -leven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.
  • De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (macht)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
  • Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
  • De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
  • De begeleider onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.
  • De begeleider zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
  • De begeleider heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
  • De begeleider zal de sporter geen (in)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
  • De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken.

In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.